Legenda bij de grafische voorstelling van het onstaan (met name de periodes van op-schrift-stelling) van de boeken van het Oude Testament. De weergave is gedateerd, d.w.z. zij weerspiegelt de Duitse bronnentheorie die te stellig was in het reconstrueren in van ‘hoofdbronnen’. Tegenwoordig gaat men ervanuit dat dit niet mogelijk is. Hoogstens kan men nog redacteuren bezig zien, die een complex geheel aan input hebben verwerkt. Deze correctie op de oude theorie betekent echter niet dat de basisidee, nl. dat de bijbel is ontstaan in een langdurig en complex proces van cumulatieve en creatieve overlevering, nog steeds overeind staat. Zelfs meer dan ooit. Dàt dit zo is gegaan, staat vast, hòe is op grond van het beschikbare materiaal voor ons niet meer achterhaalbaar. Het voordeel van de wat oudere afbeelding is dat zij – in één oogopslag – deze stand van zaken laat zien. Meer achtergrond over het ontstaansproces zelf in aflevering 1
- Jaartallen (voor het begin van de jaartelling – onderste balk inclusief de politieke machthebbers).
- De witte balk is de periode van de opschrift-stelling.
- Bij de Wet (tora) zijn ook de wetenschappelijke ‘namen’ opgenomen van tekstverzamelingen waaruit de redacteur van Genesis heeft geput.
- Bij de Profeten duidt die periode zowel op het feit dat sommige boeken profetieën bevatten van meerdere personen uit verschillende periodes (bijv. Jesaja), als op het feit dat er aan de tekst is ‘geschaafd'(van kleine wijzigingen, tot toevoegingen)
- De dunne witte strepen duiden op de periode van mondelinge overlevering (van elementen van het latere boek), voor de eerste – gedeeltelijke – op-schrift-stelling.
Interessante observaties: het boek (eigenlijk 5 boeken) der Psalmen is het bijbelboek met het temporaal meest diverse materiaal: het omspant in z’n eentje 8 eeuwen. (tot het oudste materiaal hoort bijv. Ps. 68 en Ps. 110). Modern onderzoek suggereert trouwens hetzelfde voor het boek Spreuken, waarin ook heel oude en zeer jonge teksteenheden voorkomen.
Belangrijk voor de interpretatie is bijv. de vaststelling dat het bijbelboek Daniël misschien wel teruggaat op contemporaine verhalen, maar als boek pas voltooid is in de tijd van de Makkabese opstand (lees nu opnieuw de onheilsprofetieën over de ‘ontwijding van de tempel’ en de opeenvolgende ‘wereldrijken’). NB: het boek hoort volgens de Joden zelf niet bij de Profeten (die bundel was al min of meer afgesloten), maar in de ‘restgroep’, de ‘Geschriften’. Die bundel was nog ‘open’ zelfs in Jezus’ dagen, iets wat je kunt horen in de manier waarop Jezus naar de Schrift verwijst: ‘De wet en de Profeten’.